Voor onze opdrachtgever in Terwolde hebben we in de afgelopen week snoeiwerkzaamheden uitgevoerd. In de tuin zijn een aantal oude knotwilgen aanwezig en deze hebben we geknot.
Knotten
Wanneer een boom eenmaal geknot is moet er onderhoud op volgen (het knotten). Als dit niet gebeurt dan zullen de takken die op “de knot” zitten op den duur te zwaar worden. Dit kan tot gevolg hebben dat deze afscheurt en de levensverwachting van de knotboom aanzienlijk afneemt. In ecologisch opzicht zijn knotbomen zeer wenselijk. Een knotboom is een biotoop op zich. Voornamelijk in de oude knotwilgen komen spleten en gaten te zitten, die erg in trek zijn bij holenbroeders. Mossen, korstmossen en paddenstoelen zijn er ook op te vinden. Het knotseizoen start begin november en stopt eind maart.
Het snoeihout ( de wilgentenen) zijn gebruikt om de takkenwal van de tuin weer aan te vullen en te verhogen.
Deze takkenwal vormt een beschutte woon- en voortplantingsgelegenheid voor kleine zoogdieren zoals egels, wezels en muizen. Vogels, waaronder het winterkoninkje en de heggenmus vinden er nestel- en schuilgelegenheid. Door de aanwezigheid van insecten op en in het dode hout vinden ze er ook voedsel. Bepaalde amfibieën zoals de gewone pad overwinteren er graag. Voor mossen en zwammen is een takkenwal vanwege het in ontbinding zijnde hout vaak een gunstige plek.Verder zijn er een groot deel van de aanwezige heesters gesnoeid, waaronder ook een rode kornoelje (Cornus sanguinea). Als deze heester regelmatig gesnoeid wordt dan heeft het jonge hout een rode kleur, dat is prachtig in de winterperiode als veel heesters en bomen kaal zijn.